

6
demonstraties die worden georganiseerd via sociale media, maar
die vaak toch te vluchtig en weinig bindend zijn om blijvende
maatschappelijke veranderingen in gang te zetten. Een doordachte,
gedeelde visie ontbreekt soms, en daarmee ook een plan van
aanpak voor de langere termijn. Dat je het over een bepaald
heikel punt met veel mensen eens bent en een tegengeluid wilt
laten horen is een mooie verrijkende ervaring die de opvatting dat
mensen nog aldoor egocentrischer worden weerspreekt. Maar
daarmee is dit soort activisme toch niet hetzelfde als je ook in
praktische zin gemeenschappelijk inzetten en blijven inzetten voor
hetzelfde ideaal.
In de aanvragen die de Iona Stichting mag ontvangen is goed terug
te zien dat wakkerheid voor actuele noden en zorgen meer en
meer hand in hand gaat met praktisch engagement en activisme:
het ideaal wordt niet alleen adequaat benoemd, maar initiatief
nemers willen er ook zorg voor dragen dat het vuur blijft branden
en niet ‘verwatert’ en ophoudt aanstekelijk te zijn.
Sociaal ondernemerschap is geen loze, hippe kreet meer en
mensen hoeven niet per se het wiel zelf uit te vinden, onder het
mom van innovatie. Samenwerking met anderen wordt gezocht,
men is bereid tot kleine, degelijke stappen om projecten op te
zetten die over een aantal jaren nog steeds relevant zijn of zelfs aan
relevantie kunnen toenemen. Er leeft een goed beeld van de doel-
groep en/of van begunstigden of publiek en in veel gevallen hoopt
men ook mensen te bereiken van buiten de eigen kringen, zeker op
den duur. Van ‘aanbieders’ en ‘zenders’ en ‘organisaties met een
missie’ worden initiatiefnemers graag partners en medestanders,
met soms een uitdrukkelijke vraag om dialoog en feedback,
waarbij kennis, ervaringen en constructieve kritiek kunnen worden
gedeeld.
De urgentie van bepaalde onderwerpen is dusdanig, dat men
geen kostbare tijd wil verdoen aan brainstormen en spannende
experimenten op het eigen eilandje alleen: het ideaal krijgt pas
betekenis als het stevig kan landen en wortelen en kiemen, midden
in de samenleving, en gedragen door een vaste bodem. Ook auto-
nome kunstenaars zoeken hiernaar. Gelukkig zonder zich volledig
te laten bepalen door een politiek klimaat dat van hen verwacht
dat ze zich zullen opstellen als ‘ondernemers’ die een product in de
markt moeten zetten. Hun doel is niet zozeer dat hun werk goed
of beter verkoopt, maar dat kunst niet meer wordt gezien als de
hoogst individuele expressie van een hoogst individuele emotie
alleen, noch als kers op de taart, noch als een vorm van aangename
vrijetijdsbesteding voor een elite: ze kan tevens een sociaal onder-